Huidproblemen bij het konijn
Oormijt
Oormijten zijn kleine parasieten in de gehoorgang van konijnen. Ze kunnen overmatige productie van oorsmeer veroorzaken die gepaard gaat met klinische symptomen zoals met het hoofd schudden, aan het oor krabben en bloed rond de gehoorgang. Dit komt het vaakst voor bij rassen met hangoren.
Vachtmijt
Konijnen kunnen door verschillende mijten besmet worden, een daarvan is de vachtmijt. De mijt wordt in het Latijn Cheyletiella parasitovorax genoemd. De volwassen mijten worden doorgegeven door direct contact tussen dieren. Ze kunnen echter ook een aantal dagen in de omgeving overleven en kunnen dus ook op deze manier van dier naar dier gaan. Honden, katten en ook mensen kunnen besmet worden. Bij laatstgenoemden kan dit aanleiding geven tot een jeukende huidirritatie.
Symptomen
Konijnen kunnen de vachtmijt bij zich dragen zonder dat ze hier last van hebben. Onder bepaalde omstandigheden, zoals bij warmer weer of in een periode van verminderde weerstand, neemt het aantal vachtmijten sterk toe en ontwikkelt het konijn een schilferige, droge en jeukende huid. Vooral op de rug kan dit worden aangetroffen, maar soms breiden de letsels zich ook uit naar andere delen van het lichaam. In het begin is de infectie niet altijd even makkelijk te zien. Bovenop de rug, vaak net achter de schouderbladen is er dan aan de basis van de haren een plek met veel schilfers te vinden. In een later stadium verdwijnen de haren op deze plek en breiden de letsels zich uit. Dan zijn er meerdere kale plekken te vinden of ontstaat er boven op de rug een grote zone van uitgedunde vacht in een typische V-vorm. De mate van jeuk varieert.
Diagnose
De Cheyletiella mijt leeft op de oppervlakkige huidlaag en bevindt zich tussen de schilfers waarmee hij zich voedt. De mijt wordt ook wel "walking dandruff" genoemd (wandelende roos), omdat je de schilfers soms kunt zien bewegen. Als je goed kijkt dan kun je de mijt met een vergrootglas zien. Een definitieve diagnose is te stellen door met een vlooienkammetje de vacht te kammen. Meestal laten dan bossen haar met schilfers los. De schilfers worden uit het haar geschud en onder de microscoop bekeken: eitjes en vaak mijten zijn dan duidelijk zichtbaar. Een andere manier is om een plakband hier en daar rond de aangetaste plekken te drukken en het plakband onder de microscoop te bekijken. Nog een manier is een heel oppervlakkig afkrabsel (van de bovenste schilferlaag) van de huid te nemen en dit onder de microscoop te bekijken. Ook kan er een stofmonster worden genomen; men legt een A4-tje onder het konijn en begin het vervolgens over het hele lijf flink te kriebelen in de vacht. De schilfers (met mijten) vallen dan vanzelf op het blad. Vervolgens wordt het A4-tje dubbel geslagen, de schilfers op een draagglaasje gebracht, en onder de microscoop bekeken. Zo is er een monster genomen van het hele lijf en dit levert vaak veel materiaal op om te bekijken.
Behandeling
De meest eenvoudige en effectieve behandeling bestaat uit het toedienen van selamectine(Stronghold®) 6-12 mg/kg. Het middel wordt tussen de vacht, op de huid gedruppeld en het is verstandig de behandeling na een maand te herhalen. Sommige andere middelen zijn bij hond en kat wel werkzaam tegen de vachtmijt maar zijn niet geschikt voor toepassing bij het konijn! Een voorbeeld hiervan is fipronil (Frontline®), dit heeft gevaarlijke bijverschijnselen. Omdat de vachtmijt bij andere dieren aanwezig kan zijn zonder symptomen is het aan te raden ook deze te behandelen met een middel tegen de vachtmijt. Het is ook belangrijk om de omgeving van het konijn aan te pakken.
Allereerst dient er goed stofgezogen te worden waarna de ruimte behandeld kan worden met een omgevingsspray tegen vlooien. Let wel op dat de konijnen op dat moment niet in dezelfde omgeving verblijven.
NB: Belangrijk is om deze aandoening niet aan te zien voor een schimmelinfectie, die zich ook kan uiten als ronde kale plekken op de vacht maar over het algemeen minder schilferig is. Het is verstandig om, voordat er een onderzoek naar schimmels wordt gedaan, altijd eerst de mijten uit te sluiten.